20.000 jaar geleden, toen het grootste gedeelte van het noordelijke halfrond nog met sneeuw was bedekt, bestond Siberië al voornamelijk uit bossen en toendras in die tijd leefde de jonge jager Kori.
Kori is op zoek naar een vrouw zijn eigen vader trouwt echter met het mooie meisje waarop Kori . Kori is erg geschokt maar als hij op een dag een vreemde naakte vrouw helemaal alleen ziet zwemmen in een meertje, grijpt hij zijn kans. Hij ontvoerd haar en claimt haar als de zijne.
Kori's vader is woedend hij vrees dat de familie van de jonge vrouw vraagt zou komen nemen en de andere leden van de stam willen niks te maken hebben met Kori"s 'ottervrouw'. Dat rare wezen dat hun taal niet spreekt, dat jaagt met pijl en boog in plaats van met de Speer en dat de liefde bedrijf in een andere houding dan de dieren het doen..
Kori's ottervrouw is erg ongelukkig niemand wil voedsel met haar delen en altijd in zij degene die in de bittere kou en in geur is nieuw stormen hout moet gaan sprokkelen bovendien wat ze gekweld door heimwee naar haar eigen volk en ze hoopt dat haar Stam haar naar de strenge winter zou komen bevrijden. Maar inmiddels draagt ze Kori's kind onder haar hart